RECHTBANK ALKMAAR
Sector straf
Parketnummer: 14.810506-11 (P)
Datum uitspraak: 23 augustus 2012
TEGENSPRAAK
VONNIS van de rechtbank Alkmaar, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak van het
OPENBAAR MINISTERIE
tegen:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],
ingeschreven in de basisadministratie persoonsgegevens op het adres [adres en woonplaats],
thans gedetineerd te P.I. Noord Holland Noord - HvB Zwaag te Zwaag.
1.Het onderzoek ter terechtzitting
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 9 augustus 2012.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en van hetgeen door de raadsman van de verdachte, mr. M. Berbee, advocaat te Den Helder, en door de verdachte naar voren is gebracht.
2.De tenlastelegging
Aan de verdachte is, nadat een vordering van de officier van justitie strekkende tot wijziging van de tenlastelegging is toegelaten, ten laste gelegd, dat
1.
Primair
hij op of omstreeks 22 oktober 2011 in de gemeente Den Helder tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] heeft gedwongen tot de afgifte van een of meer geldbedragen (van in totaal 665,60 euro), in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan Mac Donald's, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
en/of
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een of meer geldbedragen (van in totaal 665,60 euro), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan Mac Donald's, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat hij, verdachte, en/of (een van) zijn mededader(s) (getooid met een bivakmuts) een pistool, althans een (op een) vuurwapen (gelijkend voorwerp) in de richting van die [slachtoffer 1] en/of die [slachtoffer 2] en/of die [slachtoffer 3] heeft gehouden en/of (daarbij) (meermalen) heeft gezegd dat hij geld wilde hebben en/of dat het geld in de tas moest worden gedaan, althans woorden van gelijke aard of strekking;
Subsidiair
[medeverdachte 1] en/of een ander of anderen op of omstreeks 22 oktober 2011 te Den Helder, tezamen en in vereniging met elkaar, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] heeft/hebben gedwongen tot de afgifte van een of meer geldbedragen (van in totaal 665,60 euro), in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan Mac Donald's, in elk geval aan een ander of anderen dan aan die [medeverdachte 1] en/of zijn mededader(s) en/of aan verdachte,
en/of
tezamen en in vereniging met elkaar, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft/hebben weggenomen een of meer geldbedragen (van in totaal 665,60 euro), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan Mac Donald's, in elk geval aan een ander of anderen dan aan die [medeverdachte 1] en/of zijn mededader(s) en/of aan verdachte,
welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn/hun mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat die [medeverdachte 1] of een van zijn mededader(s) (getooid met een bivakmuts) een pistool, althans een (op een) vuurwapen (gelijkend voorwerp) in de richting van die [slachtoffer 1] en/of die [slachtoffer 2] en/of die [slachtoffer 3] heeft gehouden en/of (daarbij) (meermalen) heeft gezegd dat hij geld wilde hebben en/of dat het geld in de tas moest worden gedaan, althans woorden van gelijke aard of strekking,
welk bovenomschreven misdrijf hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) in de periode van 15 oktober 2011 tot en met 22 oktober 2011 te Den Helder opzettelijk door geweld en/of bedreiging met geweld heeft/hebben uitgelokt, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en)
dat hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) die [medeverdachte 1] een of meerma(a)l(en) op/tegen het hoofd en/of (elders) op/tegen het lichaam heeft/hebben geslagen en/of gestompt
en/of
dat hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) die [medeverdachte 1] een of meerma(a)l(en) met een schroevendraaier in het lichaam heeft/hebben geprikt en/of met een mes in de geschoeide voet geprikt en/of
dat hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) die [medeverdachte 1] een of meerma(a)l(en) met een stuk hout, althans een voorwerp op/tegen het lichaam heeft/hebben geslagen
en/of
dat hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) heeft/hebben gedreigd de vingers(s) van die [medeverdachte 1] eraf te snijden
en/of
(vervolgens) tegen die [medeverdachte 1] (in de auto) op een dwingende wijze heeft/hebben gezegd dat hij terug moest komen en een overval op de Mac Donalds moest zetten, en/of naar binnen moest gaan om geld te vragen en terug moest komen en/of “dat ga je gewoon doen”;
2.
Primair
hij op of omstreeks 25 oktober 2011 in de gemeente Den Helder tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een of meer geldbedrag (en) (van in totaal -ongeveer- 550 euro), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan Domino's Pizza (gevestigd op/aan de [adres 2] aldaar), in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] en/of een of meer aldaar aanwezige (andere) personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
en/of
met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] en/of een of meer aldaar aanwezige (andere) personen heeft gedwongen tot de afgifte van een of meer geldbedrag (en) (van in totaal -ongeveer- 550 euro), in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan Domino’s Pizza (gevestigd op/aan de [adres 2] aldaar), in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) -getooid met (een) bivakmuts(en)- die zaak naar binnen is/zijn gegaan en/of (vervolgens) heeft/hebben hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) een pistool, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp gericht en/of gericht gehouden op/aan die [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] en/of die/deze (andere) personen en/of (daarbij) heeft/hebben hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) die/deze [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 4] en/of die/deze (andere) personen de woorden toegevoegd: ""Geef alles"" en/of "Meer", althans woorden van gelijke strekking of aard;
Subsidiair
[medeverdachte 1] en/of een ander of anderen op of omstreeks 25 oktober 2011 te Den Helder, tezamen en in vereniging met elkaar, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft/hebben weggenomen een of meer geldbedrag (en) (van in totaal -ongeveer- 550 euro), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan Domino's Pizza (gevestigd op/aan de [adres 2] aldaar, in elk geval aan een ander of anderen dan aan die [medeverdachte 1] en/of zijn mededader(s) en/of aan verdachte, welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan (een) andere deelnemer(s) van voormeld misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
en/of
met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] en/of een of meer aldaar aanwezige (andere) personen heeft/hebben gedwongen tot de afgifte van een of meer geldbedrag(en) (van in totaal -ongeveer- 550 euro), in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan Domino’s Pizza (gevestigd op/aan de [adres 2] aldaar), in elk geval aan een ander of anderen dan aan die [medeverdachte 1] en/of zijn mededader(s) en/of aan verdachte,
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat,
die [medeverdachte 1] of een van zijn mededader(s) -getooid met (een) bivakmuts(en)- die zaak naar binnen is gegaan
en/of
(vervolgens) heeft die [medeverdachte 1] of een van zijn mededader(s) een pistool, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp gericht en/of gericht gehouden op/aan die [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] en/of die/deze (andere) personen
en/of
(daarbij) heeft die [medeverdachte 1] of een van zijn mededader(s) die/deze [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 4] en/of die/deze (andere) personen de woorden toegevoegd: ""Geef alles"" en/of "Meer", althans woorden van gelijke strekking of aard,
welk bovenomschreven misdrijf hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) in de periode van 22 oktober 2011 tot en met 25 oktober 2011 te Den Helder opzettelijk door geweld en/of bedreiging met geweld heeft/hebben uitgelokt, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat hij, verdachte, en/of zijn mededader(s)
op een agressieve manier heeft/hebben gezegd dat die [medeverdachte 1] mee moest gaan en/of die [medeverdachte 1] heeft/hebben geduwd en/of meegesleurd en/of één of meerder klap(pen) heeft/hebben gegeven.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, leest de rechtbank deze verbeterd. Blijkens het verhandelde op de terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in zijn verdediging.
3.De voorvragen
De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zijzelf bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat het openbaar ministerie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.
4.Overweging ten aanzien van het bewijs
4.1 Inleiding
De verdachte wordt ervan beschuldigd dat hij samen met zijn medeverdachten zich schuldig heeft gemaakt aan een gewapende overval op de Mac Donalds en de Domino’s Pizza, beide gevestigd in Den Helder.
Subsidiair wordt de verdachte verweten dat hij [medeverdachte 1] heeft uitgelokt tot het plegen van voornoemde overvallen.
4.2 Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat wettig en overtuigend kan worden bewezen dat de verdachte samen met zijn medeverdachten [medeverdachte 1] heeft uitgelokt tot het plegen van de gewapende overvallen op de Mac Donalds en de Domino’s Pizza te Den Helder. De officier van justitie acht bewezen dat [medeverdachte 1] bij zowel de Mac Donalds als de Domino's Pizza naar binnen is gegaan met een op een vuurwapen gelijkend voorwerp en het personeel onder bedreiging een geldbedrag heeft afgestaan. Het initiatief van de overvallen lag volgens de officier van justitie bij de verdachte en zijn medeverdachten [medeverdachte 3] en [medeverdachte 2]. Bij de overval op de Domino's Pizza lag het initiatief ook mede bij zijn medeverdachte [medeverdachte 4]. Voorts heeft de verdachte met zijn medeverdachten tegen [medeverdachte 1] gezegd dat hij de overvallen moest plegen en hebben zij gedreigd en geweld gebruikt tegen [medeverdachte 1], aldus de officier van justitie.
De officier van justitie is van mening dat de belastende verklaring die [getuige 2] hieromtrent heeft afgelegd betrouwbaar en geloofwaardig is en in voldoende mate wordt ondersteund door ander bewijs.
4.3. Standpunt van de verdediging
De raadsman van de verdachte heeft integrale vrijspraak bepleit. De raadsman heeft daartoe aangevoerd dat de belastende verklaringen van [getuige 2] in onvoldoende mate door enig ander bewijs worden ondersteund. Niet alleen acht de raadsman niet bewezen dat de overvallen feitelijk door [medeverdachte 1] zijn gepleegd, de raadsman heeft zich tevens op het standpunt gesteld dat geen sprake is van een nauwe en bewuste samenwerking tussen de verdachte en zijn medeverdachten. Niet kan worden vastgesteld dat het wapen dat [getuige 10] in de tas van de verdachte heeft aangetroffen, het wapen is dat bij de overvallen is gebruikt. Het wapen voldoet naar de mening van de raadsman qua omschrijving niet aan het wapen dat bij de overvallen is gebruikt. Voorts is de verdachte door de getuige [getuige 1] niet genoemd als betrokkene.
4.4 Beoordeling van de tenlastelegging door de rechtbank
Betrouwbaarheid van de getuigen
De raadsman heeft de betrouwbaarheid van de verklaringen van [getuige 2] betwist. De rechtbank is van oordeel dat de verklaringen van [getuige 2] in voldoende mate consistent zijn. Zoals de rechtbank hieronder nader zal motiveren, worden deze verklaringen voorts in voldoende mate ondersteund door ander bewijs.
De raadsman heeft tevens gewezen op de totstandkoming van voornoemde verklaringen. De rechtbank oordeelt – op grond van het aanvullende proces-verbaal van bevindingen van de verbalisant [verbalisant 1] in samenhang bezien met de verklaring van [getuige 2] zoals afgelegd bij de rechter-commissaris – dat niet is gebleken dat ongeoorloofde druk is uitgeoefend op deze getuige bij de totstandkoming van haar verklaringen.
Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de verklaringen van de getuige [getuige 2] betrouwbaar.
4.4.1 Feit 1: Mac Donalds
Redengevende feiten en omstandigheden
Op 22 oktober 2011 zijn [slachtoffer 1] , [slachtoffer 3] en [slachtoffer 2] aan het werk bij de Mac Donalds gevestigd aan het [adres 1] 1 te Den Helder. Omstreeks 00.08 uur komt er een man de zaak inlopen met een bivakmuts op zijn hoofd en een op een vuurwapen gelijkend voorwerp in zijn hand. Hij loopt naar de balie waar [slachtoffer 3] en [slachtoffer 2] achter staan en richt zijn wapen op hen. Hij legt een tasje op de toonbank en zegt meerdere malen dat hij geld wil hebben. Met het pasje van [slachtoffer 1] worden de kassa’s geopend en [slachtoffer 1], [slachtoffer 3], en [slachtoffer 2] stoppen geld uit de kassa’s in het tasje. De man houdt ondertussen het wapen op hen gericht. Vervolgens pakt de man de tas en rent hij naar buiten. De buit bedraagt in totaal € 665,60.
Op 22 oktober 2011 komt er een melding binnen via Meld Misdaad Anoniem. Verklaard wordt dat rond het tijdstip van de overval op de Mac Donalds te Den Helder op de hoek van de [adres 3] en de [adres 4] te Den Helder een stilstaande auto met draaiende motor is waargenomen. In die auto zaten meerdere onbekende mannen. Een van deze mannen is via de [adres 3] naar de [adres 5] gelopen in de richting van de Mac Donalds. Enige tijd later is de auto tegen de rijrichting in weggereden richting de [adres 6]. Het kenteken van de auto was [KENTEKEN]. Dit kenteken staat op naam van de medeverdachte [medeverdachte 3]. De medeverdachte [medeverdachte 3] heeft verklaard dat hij in de nacht van 21 op 22 oktober 2012 samen met de verdachte, [medeverdachte 2] en [getuige 2] met zijn auto in de buurt van de Mac Donalds is geweest.
[getuige 2] heeft verklaard dat zij op 21 oktober 2011 in de avond in de woning aan de [adres 7] te Den Helder was samen met de verdachte en zijn medeverdachten [medeverdachte 1], [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3]. Op een gegeven moment ontstond er ruzie tussen enerzijds de medeverdachte [medeverdachte 1] en anderzijds de verdachte en de medeverdachten
[medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] over een brommer die de medeverdachte [medeverdachte 1] van de medeverdachte [medeverdachte 2] zou hebben geleend. Vervolgens heeft de medeverdachte [medeverdachte 2] de medeverdachte [medeverdachte 1] geslagen met een laminaatplint. De medeverdachte [medeverdachte 3] heeft de medeverdachte [medeverdachte 1] met een schroevendraaier in zijn been geprikt. Ook heeft de medeverdachte [medeverdachte 3] de medeverdachte [medeverdachte 1] met een mes in zijn voet geprikt en gedreigd de vinger van de medeverdachte [medeverdachte 1] eraf te snijden. De getuige [getuige 2] verklaart dat ze zag dat de medeverdachte [medeverdachte 1] erg bang was en hij zei dat ze moesten stoppen.
Vervolgens is tegen de medeverdachte [medeverdachte 1] gezegd dat hij geld voor hen moest regelen en zijn de getuige [getuige 2], de verdachte en zijn medeverdachten in de auto van de medeverdachte [medeverdachte 3] gestapt. De auto is een paar straten achter de [adres 5] geparkeerd. In de auto hebben de verdachte en zijn medeverdachten [medeverdachte 3] en [medeverdachte 2] alle drie tegen de medeverdachte [medeverdachte 1] gezegd dat hij de Mac Donalds gelegen aan het [adres 1] te Den Helder moest overvallen. De medeverdachte [medeverdachte 1] kreeg een tas mee en is uit de auto gezet. Op een gegeven moment kwam de medeverdachte [medeverdachte 1] terug en hij stapte weer in de auto van de medeverdachte [medeverdachte 3]. De medeverdachte [medeverdachte 1] had veel geld bij zich. Ze zijn teruggereden naar de woning aan de [adres 7] alwaar het geld tussen de verdachte en zijn medeverdachten is verdeeld.
[getuige 2] heeft voorts verklaard dat de medeverdachte [medeverdachte 1] na afloop van de overval heeft verteld dat hij tegen de caissière van de Mac Donalds heeft gezegd: “Je weet wat je moet doen”. Dit komt overeen met de verklaringen van de getuigen [getuige 3] , [getuige 4] en [getuige 5] die hebben verklaard dat de overvaller zei: “Je weet hoe het moet”.
Op de camerabeelden van de Mac Donalds is te zien dat de overvaller een witte jas met capuchon droeg welke jas aan de onderkant was voorzien van een grijze rand. Onder de jas stak een donker shirt uit voorzien van twee witte horizontale strepen aan de onderkant. Tevens droeg de overvaller zwarte schoenen met witte hoge zolen.
[getuige 2] heeft verklaard dat de medeverdachte [medeverdachte 1] een vest van de medeverdachte [medeverdachte 3] had gekregen toen hij de overval op de Mac Donalds moest plegen. Dit vest heeft de medeverdachte [medeverdachte 1] na de overval op instructie van de medeverdachte [medeverdachte 3] weggegooid. Verder verklaart [getuige 2] dat de medeverdachte [medeverdachte 1] gympen van het merk Nike droeg.
Uit onderzoek is gebleken dat de medeverdachte [medeverdachte 1] samen met zijn begeleider [begeleider] enige tijd geleden onder andere een zwarte gewatteerde jas met witte strepen aan de onderzijde van de jas en zwarte schoenen met een wit Nike teken op de zijkant en een witte rand om de zool heeft gekocht.
Zowel de getuige [slachtoffer 3] als de getuige [slachtoffer 2] hebben verklaard dat de overvaller een opvallende mond had en het leek alsof de overvaller een soort hazenlip had. Verbalisant [verbalisant 2] heeft verklaard dat hij ten tijde van het horen van de medeverdachte [medeverdachte 1] op 7 april 2012 zag dat de medeverdachte [medeverdachte 1] een litteken boven zijn rechterlip had waarbij zijn lip enigszins omhoog trekt.
Medeplegen
Op grond van voornoemde bewijsmiddelen heeft de rechtbank de overtuiging bekomen dat het de medeverdachte [medeverdachte 1] is geweest die de overval op de Mac Donalds heeft gepleegd. De rechtbank is voorts van oordeel dat hij tezamen en in vereniging met de verdachte en zijn medeverdachten [medeverdachte 3] en [medeverdachte 2] heeft gehandeld. Uit de bewijsmiddelen blijkt dat de verdachte en zijn medeverdachten [medeverdachte 3] en [medeverdachte 2] het plan hebben opgevat dat de medeverdachte [medeverdachte 1] de Mac Donalds moest overvallen. Voorts hebben zij door geweld en bedreiging met geweld de medeverdachte [medeverdachte 1] daartoe aangezet. Ze zijn met de medeverdachte [medeverdachte 1] naar de Mac Donalds gereden, hebben de medeverdachte [medeverdachte 1] een vest/jas van de medeverdachte [medeverdachte 3] alsmede een tasje gegeven en hebben in de auto op de medeverdachte [medeverdachte 1] gewacht. Na de overval is de medeverdachte [medeverdachte 1] weer in de auto van de medeverdachte [medeverdachte 3] gestapt en zijn ze teruggereden naar de woning aan de [adres 7] alwaar het geld tussen de verdachte en de medeverdachten [medeverdachte 1], [medeverdachte 3] en [medeverdachte 2] is verdeeld. De rechtbank heeft in dit kader tevens acht geslagen op de verklaring van [getuige 1], die ten overstaan van de rechter-commissaris heeft verklaard dat de medeverdachten [medeverdachte 3] en [medeverdachte 2] op zijn kamer op de Ipad naar beelden van de overval op de Mac Donalds zaten te kijken en zeiden dat zij die overval hadden gepleegd.
De rechtbank is van oordeel dat het voorgaande blijk geeft van een nauwe en bewuste samenwerking tussen de verdachte en de medeverdachten [medeverdachte 1], [medeverdachte 3] en [medeverdachte 2]. Hoewel uit de verklaring van [getuige 2] blijkt dat de medeverdachte [medeverdachte 1] door de verdachte en zijn medeverdachten [medeverdachte 3] en [medeverdachte 2] is aangezet tot het plegen van de overval, heeft de medeverdachte [medeverdachte 1] zich uiteindelijk geschaard achter het wilsbesluit van zijn medeverdachten door de overval feitelijk uit te voeren en na de overval met de buit weer terug te keren naar zijn medeverdachten, waarna de buit onderling werd verdeeld.
4.4.2 Feit 2: Domino's Pizza
Redengevende feiten en omstandigheden
Op 25 oktober 2011 is [slachtoffer 5] aan het werk bij de Domino's Pizza gelegen aan de [adres 2] te Den Helder. Omstreeks 21.05 uur komt er een man de zaak inlopen met een bivakmuts op zijn hoofd en een op een vuurwapen gelijkend voorwerp in zijn hand. Hij loopt naar de toonbank waar [slachtoffer 5] achter staat en richt zijn wapen op hem. Hij legt een tas op de toonbank en roept tegen [slachtoffer 5]: “Geef alles”. [slachtoffer 5] opent vervolgens de kassa, pakt briefgeld uit de kassa en stopt dit in de tas van de man. De man roept tegen [slachtoffer 5]: “Meer”. [slachtoffer 5] pakt vervolgens de bak met kleingeld uit de kassa gepakt en stopt dat – samen met een restant aan briefgeld – in de tas van de man. De man houdt ondertussen het wapen op hem gericht. Vervolgens pakt de man de tas en rent hij naar buiten. Bij de overval wordt een bedrag van ongeveer € 550,- buit gemaakt, voornamelijk bestaande uit kleingeld.
Omdat een paar dagen eerder de Mac Donalds te Den Helder was overvallen waarbij een groene Audi met het kenteken [KENTEKEN] op naam van de medeverdachte [medeverdachte 3] was gezien in de omgeving van de Mac Donalds, hebben verbalisanten via de portofoon de opdracht gekregen uit te kijken naar voornoemde auto. Omstreeks 21.49 uur zien verbalisanten [verbalisant 3] en [verbalisant 4] voornoemde auto rijden uit de richting van de [adres 8] te Den Helder. De auto werd bestuurd door de medeverdachte [medeverdachte 3]. Naast hem op de passagiersstoel zat [getuige 2]. Linksachter in de auto zat de medeverdachte [medeverdachte 4], achter in het midden zat de verdachte en rechtsachter in de auto zat de medeverdachte [medeverdachte 2]. De auto is tot stilstaan gebracht, de inzittenden zijn aangehouden en de auto is in beslag genomen.
Voorin de auto zijn drie witte koffiebekers aangetroffen waarvan er twee waren gevuld met in totaal € 100,55 aan kleingeld en twee briefjes van € 20,-. Op de achterbank van de auto is een lerenjas aangetroffen met daarin een bedrag van € 86,07 aan kleingeld in de linkerzak. Tevens is onder de bestuurdersstoel een plastic LIDL tas aangetroffen met daarin een bedrag € 31,70 aan kleingeld. In totaal is derhalve een bedrag van € 258,32 in de auto aangetroffen. De verdachte heeft bij de politie verklaard dat voornoemde leren jas van hem is.
[getuige 2] heeft verklaard dat zij op 25 oktober 2012 in de avond samen met de verdachte en de medeverdachten [medeverdachte 1], [medeverdachte 3], [medeverdachte 2] en [medeverdachte 4] in de woning gelegen aan de [adres 7] te Den Helder was. De medeverdachte [medeverdachte 3] heeft bevestigd dat hij die avond met genoemde personen aanwezig was in een woning in Den Helder. [getuige 2] verklaart voorts dat de verdachte en zijn medeverdachten [medeverdachte 3], [medeverdachte 2] en [medeverdachte 4] weg wilden gaan, maar dat de medeverdachte [medeverdachte 1] niet mee wilde. Hij was bang om gepakt te worden omdat de politie de dader zocht van de eerdere overvallen op Mac Donalds en de [snackbar]. Er werd veel druk op de medeverdachte [medeverdachte 1] uitgeoefend en de verdachte en de medeverdachten [medeverdachte 3], [medeverdachte 2] en van [medeverdachte 4] zeiden dat hij mee moest gaan. Daarbij is de medeverdachte [medeverdachte 1] door de verdachte ook geslagen. Vervolgens hebben de verdachte en zijn medeverdachten [medeverdachte 1], [medeverdachte 3], [medeverdachte 2] en Van [medeverdachte 4] de woning verlaten. Een paar uur later kwamen de verdachte en zijn medeverdachten terug in de woning aan de [adres 7]. De medeverdachte [medeverdachte 1] is toen in de woning achtergebleven en [getuige 2] is met de verdachte en de medeverdachten [medeverdachte 3], [medeverdachte 2] en [medeverdachte 4] weer in de auto weggereden. [getuige 2] heeft verklaard dat zij eerst naar de woning van de oma van de medeverdachte [medeverdachte 2] zijn gereden om een tas af te geven en zij vervolgens door de politie zijn aangehouden. Tot slot heeft [getuige 2] verklaard dat, toen ze in de auto van de medeverdachte [medeverdachte 3] zat voordat ze werden aangehouden, zij zag dat in de auto een wit plastic bekertje lag met daarin kleingeld. Eerder op die dag had zij ook in de auto van de medeverdachte [medeverdachte 3] gezeten en toen lag dit kleingeld nog niet in de auto.
De getuige [getuige 6] heeft verklaard dat zij hoorde dat de overvaller sliste en dat het leek alsof hij sprak met een hazenlip. Ook de getuigen [getuige 9] en [getuige 7] hebben verklaard dat de overvaller sliste. Verbalisant [verbalisant 2] heeft verklaard dat hij ten tijde van het horen van de medeverdachte [medeverdachte 1] op 7 april 2012 zag dat de medeverdachte [medeverdachte 1] een litteken boven zijn rechterlip had waarbij zijn lip enigszins omhoog trekt. Verbalisant [verbalisant 5] heeft geverbaliseerd dat hij heeft gehoord dat de medeverdachte [medeverdachte 1] een lichte ‘slis’ had bij het uitspreken van woorden. [getuige 2] heeft verklaard dat de medeverdachte [medeverdachte 1] een beetje slist als hij praat.
Medeplegen
Op grond van voornoemde bewijsmiddelen heeft de rechtbank de overtuiging bekomen dat het de medeverdachte [medeverdachte 1] is geweest die de overval op de Domino's Pizza heeft gepleegd. De rechtbank is voorts van oordeel dat hij tezamen en in vereniging met de verdachte en de medeverdachten [medeverdachte 3] en [medeverdachte 2] heeft gehandeld. Uit de bewijsmiddelen blijkt dat de verdachte en de medeverdachten [medeverdachte 3] en [medeverdachte 2] op de avond van de overval in de woning aan de [adres 7] hebben gezegd dat de medeverdachte [medeverdachte 1] mee moest. De medeverdachte [medeverdachte 1] heeft aangegeven dat hij niet mee wilde omdat hij bang was om gepakt te worden, waarna de verdachte de medeverdachte [medeverdachte 1] een klap heeft gegeven. Vervolgens zijn de verdachte en zijn medeverdachten weggereden in de auto van de medeverdachte [medeverdachte 3]. Na afloop van de overval is de medeverdachte [medeverdachte 1] samen met de verdachte en de medeverdachten [medeverdachte 3] en [medeverdachte 2] teruggekeerd naar de woning aan de [adres 7]. Na de overval is in de auto van de medeverdachte [medeverdachte 3] een grote hoeveelheid kleingeld aangetroffen, waarbij kennelijk de buit al (gedeeltelijk) was verdeeld. De rechtbank heeft in dit kader tevens acht geslagen op de verklaring van [getuige 1], die ten overstaan van de rechter-commissaris heeft verklaard dat de medeverdachten [medeverdachte 3] en [medeverdachte 2] op zijn kamer op de Ipad naar beelden van de overval op de Domino's Pizza zaten te kijken en zeiden dat zij die overval hadden gepleegd.
De rechtbank is van oordeel dat het voorgaande blijk geeft van een nauwe en bewuste samenwerking tussen de verdachte en de medeverdachten [medeverdachte 1], [medeverdachte 3] en [medeverdachte 2]. De omstandigheid dat [getuige 2] niet is meegereden in de auto van de verdachte ten tijde van het plegen van de overval en zij derhalve geen wetenschap heeft over hetgeen onderweg heeft plaatsgevonden, doet niet af aan een bewezenverklaring. De rechtbank heeft in dat verband mede in aanmerking genomen de overeenkomsten in de modus operandi tussen de overval op de Domino's Pizza en de overval op de Mac Donalds een paar dagen daarvoor, waarvan de rechtbank bewezen acht dat die overval door de verdachte en zijn medeverdachten [medeverdachte 1], [medeverdachte 3] en [medeverdachte 2] is gepleegd. Ook bij de overval op de Mac Donalds is de medeverdachte [medeverdachte 1] onder druk van de verdachte en de medeverdachten [medeverdachte 3] en [medeverdachte 2] meegegaan in de auto van de medeverdachte [medeverdachte 3], is hij vervolgens overgegaan tot de uitvoering van het plan van de verdachte en de medeverdachten [medeverdachte 3] en [medeverdachte 2] en is de medeverdachte [medeverdachte 1] met zijn medeverdachten na afloop van de overval teruggekeerd naar de woning aan de [adres 7].
5.Bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van voornoemde bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
1.
Primair
hij op of omstreeks 22 oktober 2011 in de gemeente Den Helder tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk om zich en anderen wederrechtelijk te bevoordelen door bedreiging met geweld [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] heeft gedwongen tot de afgifte van een geldbedrag, toebehorende aan Mac Donald's,
welke bedreiging met geweld hierin bestond dat een van zijn mededaders (getooid met een bivakmuts) een op een vuurwapen gelijkend voorwerp in de richting van die [slachtoffer 1] en die [slachtoffer 2] en die [slachtoffer 3] heeft gehouden en daarbij meermalen heeft gezegd dat hij geld wilde hebben en dat het geld in de tas moest worden gedaan, althans woorden van gelijke aard of strekking;
2.
Primair
hij op 25 oktober 2011 in de gemeente Den Helder tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk om zich en anderen wederrechtelijk te bevoordelen door bedreiging met geweld [slachtoffer 5] heeft gedwongen tot de afgifte van een geldbedrag, toebehorende aan Domino’s Pizza gevestigd aan de [adres 2] aldaar,
welke bedreiging met geweld hierin bestond dat zijn mededader -getooid met een bivakmuts- die zaak binnen is gegaan en vervolgens een op een vuurwapen gelijkend voorwerp heeft gericht en gericht heeft gehouden op die [slachtoffer 5] en daarbij die [slachtoffer 5] de woorden heeft toegevoegd: ""Geef alles"" en "Meer", althans woorden van gelijke strekking of aard.
6.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Er zijn geen feiten en omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezenverklaarde uitsluiten, zodat dit strafbaar is.
Het bewezenverklaarde levert op:
Ten aanzien van de feiten 1 primair en 2 primair:
Telkens: Afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen.
7.De strafbaarheid van de verdachte
De verdachte is strafbaar nu niet gebleken is van enige omstandigheid die de strafbaarheid uitsluit.
8.De strafoplegging
8.1 Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd de verdachte te veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van 54 maanden, met aftrek van voorarrest.
De officier van justitie heeft bij haar eis rekening gehouden met de ernst van de feiten, de rol van de verdachte bij de overvallen, de persoonlijke omstandigheden van de verdachte en het over de verdachte opgemaakte reclasseringsrapport. Voorts heeft de officier van justitie opgemerkt dat artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht van toepassing is.
8.2 Standpunt van de verdediging
De raadsman van de verdachte heeft integrale vrijspraak bepleit.
8.3 Oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van de verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek op de terechtzitting, de rapporten van Reclassering Nederland, gedateerd 11 mei 2012 en 8 augustus 2012, beide opgesteld door A. Wierts alsmede het de verdachte betreffende uittreksel justitiële documentatie gedateerd 30 juli 2012, waaruit blijkt dat de verdachte eerder ter zake van vermogens- en geweldsdelicten is veroordeeld tot vrijheidsstraffen. Dit heeft de verdachte er kennelijk niet van kunnen weerhouden te recidiveren.
De rechtbank heeft voorts in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen.
De verdachte heeft zich samen met zijn mededaders gedurende een periode van vier dagen schuldig gemaakt aan twee overvallen. Bij de overvallen is gebruik gemaakt van een op een vuurwapen gelijkend voorwerp teneinde de desbetreffende medewerkers er toe te bewegen geld af te geven. De rechtbank rekent het de verdachte zwaar aan dat hij en zijn mededaders puur uit materiële overwegingen hebben gehandeld en kennelijk niet heeft stil hebben gestaan bij de angst die hij, samen met zijn mededaders, teweeg heeft gebracht bij de slachtoffers van de overvallen. Het is een feit van algemene bekendheid dat dergelijke gebeurtenissen veelal een hevige impact hebben op de slachtoffers. Slachtoffers van feiten als de onderhavige ondervinden vaak nog lange tijd de gevolgen van hetgeen hen door de daders is aangedaan. Bovendien veroorzaken dit soort feiten gevoelens van angst en onveiligheid binnen de samenleving in het algemeen.
De rechtbank is op grond van de aard en de ernst van het bewezen verklaarde van oordeel dat slechts een straf die vrijheidsbeneming voor langere duur met zich brengt, passend is. Bij het bepalen van de hoogte van de straf heeft de rechtbank als uitgangspunt genomen de oriëntatiepunten straftoemeting, zoals deze zijn vastgesteld in het Landelijk overleg van voorzitters van de strafsectoren van de gerechtshoven en rechtbanken. Volgens deze oriëntatiepunten is een gevangenisstraf met een duur van twee jaar per overval passend. De rechtbank heeft ten nadele van de verdachte het samenwerkingsverband tussen de verdachte en zijn mededaders, het gebruik van een op een vuurwapen gelijkend voorwerp bij de overvallen, de gecreëerde angst bij de slachtoffers en de recidive bij de verdachte meegewogen. Tegenover deze strafverzwarende omstandigheden staan de strafverminderende omstandigheden dat bij de overvallen geen geweld is gebruikt en dat de omvang van de schade beperkt is gebleven. Tevens heeft de rechtbank acht geslagen op de verklaring van [getuige 2] waaruit blijkt dat de rol van de verdachte beperkter is gebleven dan de rol die de medeverdachten [medeverdachte 3] en [medeverdachte 2] hebben vervuld. Daarbij komt dat uit het rapport van Reclassering Nederland van 8 augustus 2012 blijkt dat sprake is van een positieve verandering in de ambivalentie van de verdachte. Hij lijkt zich te realiseren dat hij hulp nodig heeft om zijn leven ten positieve te keren. Gelet daarop ziet de rechtbank aanleiding om ten gunste van de verdachte enigszins af te wijken van voornoemde oriëntatiepunten.
Tot slot heeft de rechtbank – overeenkomstig het bepaalde in artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht – rekening gehouden met de veroordeling van de ver¬dachte bij vonnis van de meervoudige kamer te Alkmaar van 30 mei 2012, waarbij verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 12 maanden, waarvan 3 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar.
Al het voorgaande in overweging nemende zal de rechtbank de verdachte veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van 42 maanden, met aftrek van voorarrest.
9.Vordering van de benadeelde partijen
9.1 Mac Donalds
[aangever] heeft als gemachtigde namens de benadeelde partij Mac Donalds vóór aanvang van de terechtzitting in het geding over de strafzaak bij de officier van justitie opgave gedaan van de inhoud van de vordering tot vergoeding van € 3.684,22 bestaande uit materiële schade die de verdachte met zijn medeverdachten aan de benadeelde partij heeft toegebracht. De benadeelde partij heeft op de terechtzitting te kennen gegeven de BTW over de opgevoerde beveiligingskosten in mindering kan worden gebracht op de vordering en de vordering bijgesteld op € 3.247,-.
9.1.1 Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering van de benadeelde partij geheel kan worden toegewezen, hoofdelijk, en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel. Mocht een gedeelte van het onder een van de medeverdachten in beslag genomen geld terug worden gegeven aan de benadeelde partij, dient dit bedrag volgens de officier van justitie te worden afgetrokken van het toe te wijzen bedrag.
9.1.2 Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat de benadeelde partij niet ontvankelijk dient te worden verklaard in de vordering, omdat hij vrijspraak heeft bepleit van het onderliggende feit.
9.1.3 Oordeel van de rechtbank
Uit het onderzoek op de terechtzitting is gebleken dat de behandeling van de vordering van de benadeelde partij, voor zover deze het kasverschil en de beveiligingskosten betreft, geen onevenredige belasting van het strafgeding oplevert zodat dit gedeelte zich leent voor behandeling in deze strafzaak.
Vast is komen te staan dat de benadeelde partij als gevolg van het hiervoor in de rubriek “bewezenverklaring” onder 1 bewezen verklaarde strafbare feit, door de handelingen van de verdachte, rechtstreeks schade heeft geleden. Het gevorderde kasverschil van € 505,- is voldoende onderbouwd en redelijk en zal de rechtbank toewijzen.
Ditzelfde geldt voor de opgevoerde beveiligingskosten. De rechtbank stelt in dit kader voorop dat zij de verwijzing op de nota naar “voetsurveillance De Mare” leest als een kennelijke verschrijving en de nota – blijkens de onderbouwing – betrekking heeft op de surveillance bij de Mac Donalds te Den Helder. De rechtbank acht het voorts begrijpelijk dat er extra veiligheidsmaatregelen getroffen zijn om het personeel een veilig gevoel te geven. De overval heeft plaatsgevonden vlak voor sluitingstijd. De benadeelde partij heeft aangegeven dat gekozen is voor extra beveiliging juist voor de laatste uren voor sluitingstijd. De kosten zijn verder onderbouwd middels een nota die dateert van 22 november 2011. De rechtbank is van oordeel dat de inzet van 76 beveiligingsuren over een periode van één maand redelijk en billijk is. De rechtbank zal de gevorderde beveiligingskosten exclusief BTW, te weten € 2.298,-, dan ook toewijzen.
De verdachte dient daarnaast te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak moet maken.
De verdachte is niet tot vergoeding gehouden voor zover het toewijsbare reeds door (één van) de mededaders aan de benadeelde partij is voldaan.
Naar het oordeel van de rechtbank levert de behandeling van het resterende gedeelte van de vordering, te weten de loonkosten van [aangever], een onevenredige belasting van het strafgeding op. De rechtbank overweegt dat ook zonder dat de overval had plaatsgevonden Mac Donalds haar medewerkers loon moet betalen. Er is pas sprake van schade wanneer Mac Donalds ten gevolge van de overval iemand anders heeft moeten inhuren om het werk van dhr. [aangever] over te nemen en daarvan is hier niet gebleken.
Gelet hierop zal de rechtbank bepalen dat de benadeelde partij in het resterende deel van de vordering niet-ontvankelijk is.
De benadeelde partij kan het gedeelte van de vordering waarin zij niet-ontvankelijk is verklaard desgewenst bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
9.2 Domino's Pizza
De benadeelde partij Domino's Pizza, heeft vóór aanvang van de terechtzitting in het geding over de strafzaak bij de officier van justitie opgave gedaan van de inhoud van de vordering tot vergoeding van € 475,- bestaande uit materiële schade die de verdachte met zijn medeverdachten aan de benadeelde partij heeft toegebracht.
9.2.1 Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering van de benadeelde partij geheel kan worden toegewezen, hoofdelijk, en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel. Mocht een gedeelte van het onder een van de medeverdachten in beslag genomen geld terug worden gegeven aan de benadeelde partij, dient dit bedrag volgens de officier van justitie te worden afgetrokken van het toe te wijzen bedrag.
9.2.2 Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat de benadeelde partij niet ontvankelijk dient te worden verklaard in de vordering, omdat hij vrijspraak heeft bepleit van het onderliggende feit.
9.2.3 Oordeel van de rechtbank
Uit het onderzoek op de terechtzitting is gebleken dat de behandeling van de vordering van de benadeelde partij geen onevenredige belasting van het strafgeding oplevert zodat deze zich leent voor behandeling in deze strafzaak.
Vast is komen te staan dat de benadeelde partij als gevolg van het hiervoor in de rubriek “bewezenverklaring” onder 3 bewezen verklaarde strafbare feit, door de handelingen van de verdachte, rechtstreeks schade heeft geleden. Nu de rechtbank zal bepalen dat het onder de medeverdachte [medeverdachte 3] in beslag genomen geld, te weten een bedrag van € 258,32 aan de benadeelde partij dient te worden teruggegeven, zal de rechtbank de vordering van de benadeelde partij ten aanzien van dit bedrag afwijzen. De rechtbank zal het resterende bedrag van de vordering, te weten een bedrag van € 216,68, toewijzen.
De verdachte dient daarnaast te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak moet maken.
De verdachte is niet tot vergoeding gehouden voor zover het toewijsbare reeds door (één van) de mededaders aan de benadeelde partij is voldaan.
10.Schadevergoeding als maatregel
De rechtbank heeft tot het opleggen van de hierna te noemen maatregelen besloten omdat de verdachte naar het oordeel van de rechtbank jegens de slachtoffers naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade die door de in de rubriek BEWEZENVERKLARING bewezen verklaarde strafbare feiten is toegebracht aan de benadeelden. De toepassing van hechtenis, bij gebreke van voldoening van de verschuldigde bedragen, heft de opgelegde verplichtingen niet op.
11.Beslag
De rechtbank is van oordeel, dat het in beslag genomen voorwerp, te weten: 1.00 STK SIM-kaart (GSM) Vodafone, dient te worden teruggegeven aan de verdachte.
Uit het onderzoek op de terechtzitting is gebleken, dat de verdachte als rechthebbende kan worden aangemerkt.
De rechtbank is voorts van oordeel, dat de in beslag genomen voorwerpen, te weten:
-1.00 STK Muts Kl: Zwart Bivak;
-1.00 PR Handschoen;
-1.00 STK Wapen;
-1.00 STK Rugzak, Kl: blauw/groen;
dienen te worden onttrokken aan het verkeer.
Het ongecontroleerde bezit van de bivakmuts en het wapen is in strijd met de wet en het algemeen belang. Hoewel het ongecontroleerde bezit van de overige voorwerpen op zichzelf niet in strijd zijn met de wet en het algemeen belang, zal de rechtbank – gelet op de gezamenlijkheid van de voorwerpen – ook deze voorwerpen onttrekken aan het verkeer.
Verder is uit het onderzoek op de terechtzitting gebleken dat deze voorwerpen bij gelegenheid van het onderzoek naar de misdrijven waarvan de verdachte wordt verdacht zijn aangetroffen en kunnen dienen tot het begaan van soortgelijke misdrijven.
12.Toepasselijke wettelijke voorschriften
De beslissing berust op de artikelen 36b, 36d, 36f, 57, 63, 312 en 317 van het Wetboek van Strafrecht zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.
13.Beslissing
De rechtbank:
•Verklaart bewezen, dat de verdachte de onder 1 primair en 2 primair ten laste gelegde feiten, zoals hierboven in de rubriek BEWEZENVERKLARING aangeduid, heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hierboven in de rubriek BEWEZENVERKLARING bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verstaat dat het bewezenverklaarde oplevert het hierboven in de rubriek DE STRAFBAARHEID VAN HET BEWEZENVERKLAARDE vermelde strafbare feiten.
Verklaart de verdachte voor het bewezenverklaarde strafbaar.
•Veroordeelt de verdachte voor het bewezenverklaarde tot een gevangenisstraf voor de tijd van 42 (tweeënveertig) maanden.
Bepaalt dat de tijd die door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht.
•Verklaart onttrokken aan het verkeer:
-1.00 STK Muts Kl: Zwart Bivak;
-1.00 PR Handschoen;
-1.00 STK Wapen;
-1.00 STK Rugzak, Kl: blauw/groen;
•Gelast de teruggave aan de verdachte van: 1.00 STK SIM-kaart (GSM) Vodafone.
•Wijst toe de vordering van de benadeelde partij Mac Donalds, tot het hierna te noemen bedrag.
Veroordeelt de verdachte tot het betalen van een bedrag van € 2.803,- (tweeduizend achthonderddrie euro), als schadevergoeding.
Veroordeelt de verdachte voorts in de kosten die de benadeelde partij tot op heden heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak moet maken.
De tot heden gemaakte kosten begroot de rechtbank op € 0,00.
Bepaalt dat de verdachte niet tot betaling gehouden is indien en voor zover de verschuldigde bedragen reeds door de mededaders zijn voldaan.
Verklaart de benadeelde partij voor het overige niet ontvankelijk in de vordering.
•Legt aan de verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd Mac Donalds te betalen een som geld ten bedrage van € 2.803,- (tweeduizend achthonderddrie euro), bij gebreke van betaling en van verhaal te vervangen door hechtenis voor de duur van 38 (achtendertig) dagen.
Bepaalt dat betalingen door de verdachte en/of zijn mededaders aan de benadeelde partij in mindering strekken op de betaling aan de Staat.
Bepaalt dat betalingen door de verdachte en/of zijn mededaders aan de Staat in mindering strekken op de betaling aan de benadeelde partij.
•Wijst toe de vordering van de benadeelde partij Domino’s Pizza, tot het hierna te noemen bedrag.
Veroordeelt de verdachte tot het betalen van een bedrag van € 216,68 (tweehonderdzestien euro en achtenzestig cent), als schadevergoeding.
Veroordeelt de verdachte voorts in de kosten die de benadeelde partij tot op heden heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak moet maken.
De tot heden gemaakte kosten begroot de rechtbank op € 0,00.
Bepaalt dat de verdachte niet tot betaling gehouden is indien en voor zover de verschuldigde bedragen reeds door de mededaders zijn voldaan.
Wijst de vordering van de benadeelde partij voor het overige gedeelte af.
•Legt aan de verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd Domino’s Pizza te betalen een som geld ten bedrage van € 216,68 (tweehonderdzestien euro en achtenzestig cent), bij gebreke van betaling en van verhaal te vervangen door hechtenis voor de duur van 4 (vier) dagen.
Bepaalt dat betalingen door de verdachte en/of zijn mededaders aan de benadeelde partij in mindering strekken op de betaling aan de Staat.
Bepaalt dat betalingen door de verdachte en/of zijn mededaders aan de Staat in mindering strekken op de betaling aan de benadeelde partij.
Dit vonnis is gewezen door
mr. A.F. van Hoorn, voorzitter,
mr. A.S. van Leeuwen en mr. W.C. Oosterbroek, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. N.J. Ros, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 23 augustus 2012.